Amsterdam staat wereldwijd bekend om de prostitutie. Ondanks dat Nederland probeert om deze bekendheid te minderen is er nu een wel heel spraakmakende tentoonstelling te bezoeken in het Van Gogh museum. Tot en met 19 juni 2016 is hier Lichte zeden te zien: een tentoonstelling in samenwerking met Musée d’Orsay over de verbeelding van prostitutie in de Franse kunst in de periode 1850-1910. Het is voor het eerst dat dit onderwerp in een grote tentoonstelling voor het voetlicht wordt gebracht. Na de succesvolle etappe in Musée d’Orsay in Parijs, die onder de titel Splendeurs et Misères bijna 420.000 bezoekers trok, toont Lichte zeden in het Van Gogh Museum in Amsterdam hoe het thema prostitutie uiteenlopende kunstenaars bezighield.
Charles Carolus-Duran, Portret van Julia Tahl, bekend als Mademoiselle Alice de Lancey, 1876, olieverf op doek, 152,5 x 211 cm, Petit Palais, musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris, Parijs
Ruim 100 schilderijen en werken op papier van meer dan 40 verschillende kunstenaars zijn te bewonderen, waaronder grote namen als Van Gogh, Degas, Toulouse-Lautrec en Picasso. De bruiklenen zijn afkomstig uit internationale musea en privécollecties, het overgrote deel van de werken is nooit eerder in Nederland getoond. Ook curieuze historische objecten zijn te zien, zoals politieregisters, pornografische foto’s, een 19de-eeuws pronkbed én het zweepje van een beroemde courtisane. Stout!
Bed, na 1860, beschilderd, verguld en bewerkt hout, Ville de Neuilly-sur-Seine. Foto: Jan-Kees Steenman
Prostitutie was in de tweede helft van de 19de eeuw een favoriet onderwerp in de beeldende kunst. Kunstenaars schilderden tippelende vrouwen op de boulevards, rijke courtisanes in hun salon en afgeleefde prostituees in het bordeel. Het thema was actueel door de talrijke maatschappelijke discussies over de gevaren van prostitutie en de voor- en nadelen van regulering ervan. Lichte zeden. Prostitutie in de Franse kunst, 1850-1910 toont de wereld van de Parijse prostituees, vastgelegd door verschillende schilders en tekenaars: een wereld van contrasten, van luxe, make-up en glamour, maar ook van armoede, ziekte en ellende.
Uniek en voor het eerst in Nederland
Het is de eerste keer dat het thema prostitutie in een tentoonstelling zo uitgebreid wordt belicht. Lichte zeden. Prostitutie in de Franse kunst, 1850-1910 bevat meer dan 150 objecten, waaronder ruim 100 schilderijen, werken op papier, sculptuur en toegepaste kunst. Daaronder bevinden zich imposante en beroemde topstukken van grote namen als Édouard Manet, Edgar Degas, Henri de Toulouse-Lautrec, Pablo Picasso, Kees van Dongen, František Kupka en Vincent van Gogh.
Jean-Louis Forain, De klant, 1878, waterverf en gouache op papier, 24,8 x 32,7 cm, collectie Dixon Gallery and Gardens, Memphis, Tennessee, aankoop van het museum met steun van de fondsen van Brenda en Lester Crain, de Hyde Family Foundations, Irene en Joe Orgill en de Rose Family Foundation
Onzekerheid en dubbelzinnigheid
Lichte zeden is thematisch ingedeeld in vier hoofdstukken. De tentoonstelling begint met Onzekerheid en dubbelzinnigheid, waarin te zien is hoe schilders prostitutie in de openbare ruimte verbeeldden. Prostitutie was in Frankrijk vanaf het begin van de 19de eeuw gelegaliseerd. Men beschouwde het als een noodzakelijk kwaad, dat gecontroleerd en zoveel mogelijk afgeschermd moest worden om de goede zeden te beschermen en de verspreiding van geslachtsziekten tegen te gaan. Prostitutie was op straat alleen ’s avonds toegestaan (vanaf het aansteken van de gaslantaarns, l’heure du gaz) voor bij de politie geregistreerde prostituees, maar er werkten ook veel vrouwen clandestien. Op straat en in uitgaansgelegenheden was het onderscheid tussen een prostituee en een fatsoenlijke vrouw niet altijd direct duidelijk. Op straat werden op een gegeven moment zelfs razzia’s gehouden onder alleen lopende vrouwen op straat, hierbij moest de vrouw maar zien te bewijzen dat ze geen ‘meisje van plezier’ was. Kunstenaars verwerkten subtiele verwijzingen naar deze ambiguïteit in hun schilderijen, zoals kleuren, houding, blikken of de interactie tussen de figuren.
Louis Anquetin, Vrouw op de Champs-Elysées bij nacht, 1890-1891, olieverf op doek, 83,2 x 100 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam, verworven met steun van de BankGiro Loterij en de Vereniging Rembrandt
Pracht en praal van de courtisanes
Het hoofdstuk Pracht en praal van de courtisanes toont werken waarop courtisanes zijn afgebeeld. Deze dure gezelschapsdames en sterren van de haute prostitution begonnen hun carrière vaak op de planken of als ‘gewone’ prostituee. Opgeklommen door het bed te delen met rijke mannen en politici, genoten zij een zekere status en pronkten met hun maatschappelijk succes door zich te laten portretteren in schilderijen, sculpturen of foto’s, die ze wijd en zijd verspreidden. De flamboyante courtisane werd aanbeden in het theater, geobserveerd door de pers en was zelfs een trendsetter in de mode. Een van de bekendste courtisanes was La Païva (1819-1884), die, geboren als Thérèse Lachmann in een arme Joodse familie in Moskou, naar Parijs trok waar zij zich opwerkte tot de meest succesvolle courtisane van de 19de eeuw. Befaamd waren de extravagante feesten en diners die zij voor de Parijse beau monde gaf en waar politici, adellijke heren en schrijvers als Gustave Flaubert en Emile Zola vaste gasten waren. Enkele meubels uit haar huis zijn in Lichte zeden te zien. Ook is er een 19de-eeuws verguld bed – gedecoreerd met een schildering van Leda en de zwaan en gebeeldhouwde engeltjes – dat waarschijnlijk in het bezit was van een courtisane of afkomstig is uit een van de vele bordelen in Parijs.
Bed, na 1860, beschilderd, verguld en bewerkt hout, Ville de Neuilly-sur-Seine. Foto: Jan-Kees Steenman
In het bordeel: van afwachten tot verleiden
Het volgende hoofdstuk in de tentoonstelling is In het bordeel: van afwachten tot verleiden, waarin de verborgen wereld van het bordeel wordt getoond – een dankbaar onderwerp voor kunstenaars op zoek naar moderne onderwerpen. Het bood hun de gelegenheid te experimenteren met een nieuwe, onconventionele weergave van het vrouwelijk naakt en te verbeelden wat zich afspeelde achter die gesloten deuren: het spel van afwachten tot verleiden, maar ook het dagelijks leven van de prostituees. Kunstenaars schilderden het eeuwige wachten op klanten, maar ook intieme, huiselijke scènes met de vrouwen in gesprek, aan de maaltijd of bij het wassen en aankleden, soms in het gezelschap van een klant.
Uitspattingen in kleur en vorm
Het laatste hoofdstuk ten slotte, Uitspattingen in kleur en vorm, belicht de moderne tijd vanaf de vorige eeuwwisseling tot 1910. Prostitutie is dan een vast thema geworden van de avant-garde. Het wordt niet meer verhuld maar expliciet in beeld gebracht, soms op het karikaturale af, waarbij het niet meer zozeer gaat om het onderwerp, maar om kleur, vorm en expressiviteit. De prostituee werd door deze nieuwe generatie schilders vooral afgebeeld als solitaire figuur, zonder de context van het bordeel. Sommigen vonden in de Parijse prostituee een aantrekkelijk onderwerp voor kleurrijke doeken van sensuele, losbandige vrouwen, anderen verbeeldden haar juist op een rauwe manier, als gevangene in een duistere wereld.
Edgar Degas, Absint, 1875-1876, olieverf op doek, 92 x 68,5 cm, Musée d’Orsay, Parijs (links) en Henri de Toulouse-Lautrec, Vrouw die haar kous aantrekt, c. 1894, olieverf op karton, 58 x 46 cm, Musée d’Orsay, Parijs, schenking André Marie D. Berthellemy, 1930
Wij van Glamourland waren bij de opening van deze sexy tentoonstelling en keken onze ogen uit. Zo waren we verbaasd van het feit dat men ballet vroeger walgelijk vond door de manier hoe de meisjes daar werden uitgestald. Mannen met een theaterabonnement mochten in de pauze en na de shows achter de coulissen waar de meisjes op ze stonden te wachten. Dat men vroeger niet zo preuts was als er nu wordt gedacht bleek, naast dat succesvolle courtisanes als ware sterren werden gezien, doordat het ook als alleenstaande man een geheel normale zaak was om naar de hoeren te gaan. Vincent van Gogh ging eens in de twee weken naar de prostituees waar hij voor 3 franc uit zijn bol kon gaan. Zo kon hij zich daarna weer volledig wijden aan de schilderskunst. Bekende courtisanes vroegen wel wat meer dan een paar stuivers, vanaf 2000 franc konden hun diensten worden ingehuurd.
Al met al is het een verleidelijke tentoonstelling die zeker de moeite waard is om te bekijken. Elke vrijdagavond is het daarnaast Vincent op vrijdag, een bruisende avond met gezelligheid en drankjes waarbij het museum tot 22 uur geopend is.
Bekijk hier de trailer van de tentoonstelling: